Bottom-up of top-down management: de natuur als metafoor

voedselwebOp het eiland Aldabra, het meest ver weg gelegen eiland ter wereld, leven reuzeschildpadden. Hoge dichtheden van deze schildpadden grazen uitgestrekte grasvelden af tot 5 mm. Wanneer gedeelten van deze grasvelden worden omheind, schieten de grassen, struiken en uiteindelijk bomen uit de grond. Dit is een voorbeeld van een overheersende top-down kracht in de natuur.

Natuurlijke vijanden van de schildpadden hebben Aldabra nooit bereikt. Er zijn geen grote honden of katten die op de volwassen dieren jagen, en er zijn ook geen slangen, hagedissen, of knaagdieren die de eieren of jongen van de schildpadden belagen. Dat maakt de vraag interessant of het systeem zich zou kunnen handhaven als het eiland in contact zou staan met het vaste land. Het is aannemelijk dat de schildpadden zouden uitsterven. Immers, planteneters die zo’n grote (top-down) invloed hebben op de vegetatie, zijn elders op aarde al lang door roofdieren uitgeroeid.

Maar ook wat betreft de planten is dit een interessant systeem. Wanneer op Aldabra veel plantensoorten van het vasteland terecht zouden komen, zou dit waarschijnlijk ook het einde van de reuzeschildpadden betekenen. Onder deze ‘kolonisten’ zouden zich planten bevinden die minder eetbaar zijn, of beter beschermd tegen vraat van de schildpadden. Deze nieuwe planten zouden daarmee een concurrentievoordeel hebben ten opzichte van de inheemse planten. De inheemse eetbare planten zouden uiteindelijke uitsterven en daarmee ook de schildpadden. Het lijkt er dus op dat een top-down gereguleerd systeem alleen kan bestaan in een soortenarm en geïsoleerd habitat.

Dit schreef ik als student biologie in mijn scriptie in 1994. Inmiddels wat jaren verder is het interessant om de vergelijking te trekken met organisaties. Valt hier wat van te leren als het gaat om management van een organisatie? Jazeker.

Het voert wat ver om de toplaag van organisaties als predatoren of roofdieren te beschouwen, maar niettemin is de vergelijking prikkelend. Je hoeft maar aan winst najagende shareholders te denken en de beelden schieten je te binnen van uitgeholde organisaties. Ook zelfverrijkende bestuurders zijn niet voor niets een actueel thema. Is die toplaag dan alleen maar slecht? Zeker niet. Er gaat een regulerende werking van uit, maar alleen als de toplaag niet een uitputtende werking kan hebben. Dat kun je uitleggen aan de hand van hetzelfde systeem op Aldabra.

Op Aldabra hebben de schildpadden de gelegenheid alle grassen weg te grazen. Zouden de schildpadden zelf bejaagd worden, dan zouden er minder schilpadden zijn en zouden de grassen meer de kans krijgen om te groeien. Een regulerende werking dus. In dit geval echter, zou een natuurlijke vijand van buiten het systeem waarschijnlijk het uitsterven betekenen van de schildpadden. Dat heeft twee redenen. Ten eerste hebben de schildpadden hebben geen natuurlijke bescherming tegen predatie. Soorten die zich ontwikkelen in een systeem met predatoren ontwikkelen afweermechanismen: ze gaan zich verstoppen, worden giftig, krijgen een schutkleur, rennen weg. Op de Galapagoseilanden bv. leven soorten zonder natuurlijke vijanden. Daarom kunnen toeristen ze aaien: ze lopen niet weg omdat ze geen bedreiging kennen. Ze zouden dus een makkelijk prooi zijn voor een geïntroduceerde jager. Ten tweede zou er voor de predator geen andere prooi zijn, dan de schilpad. Zouden er wél andere soorten zijn waar de predator op kan jagen, dan heb je als schildpad even rust, wanneer er bijvoorbeeld veel hagedissen zijn, die de jager als prooi kan nemen.

Wat dus blijkt is dat heterogeniteit of diversiteit regulerend werkt. Als boom op Aldabra heb je op zijn minst een plek op het eiland nodig waar de schilpad niet kan komen om kans te maken groot te worden: heterogeniteit in de leefomgeving. Ook als management zul je af en toe een deel van je organisatie met rust moeten laten om tot bloei te komen: denk bijvoorbeeld aan broedplaatsen van nieuw talent.

Het volledig ‘afgrazen van de organisatie’ is niet efficiënt. Ook de schilpad op Aldabra zit als het ware zichzelf in de weg. Hoe dat komt is als volgt uit te leggen. De intensieve begrazing zorgt voor biomassa-verlies die niet kan worden gecompenseerd. Je gaat dat snappen als je het systeem ziet als een kringloop van voedingsstoffen. Door de vraat krijgen de grassen niet de gelegenheid tot groeien en tot het benutten van alle voedingstoffen die voor de grassen beschikbaar zijn. Zo gaat dat ook met personeel: dat moet zichzelf kunnen voeden, fysiek, mentaal, emotioneel en spiritueel, om tot bloei te komen. Gebeurt dat niet, dan functioneer je op een laag pitje, of wellicht raak je burn-out.

Maar niets menselijks is de natuur vreemd. Ook in de natuur zie je dat een toplaag gaat voor maximale winst als het de kans krijgt. De schilpad houdt zichzelf niet in om de grassen de gelegenheid te geven productiever te worden. Gelukkig blijven de grassen wel groeien, zodat het uitsterven van de schilpadden voorkomen wordt. De grootte van de schildpadpopulatie is afhankelijk van de groeisnelheid van de grassen. Maar er zijn voorbeelden waar de introductie van nieuwe soorten op eilanden het uitsterven van andere soorten heeft veroorzaakt. Wat er dan gebeurt is dat het systeem instort, een soort (lokaal of totaal) uitsterft en er een nieuwe balans gevonden moet worden. Dat kan wel, maar het duurt even. En gaat gepaard met een periode van schommelingen.

Misschien is dit laatste een interessante vergelijking met de huidige economische toestand in de wereld. Simpel gezegd: door de maximalisatie van de winst wordt het systeem uitgehold en staat het op instorten. Dat instorten is nog niet gebeurd. Gebeurt het wel, dan moet er een nieuwe balans gevonden worden. Dat kan wel, maar het duurt even.

BRONNEN:

- De tekening is van bevriend kunstenaar Irma Braat - www.irmabraat.nl
- Voedselwebtheorieën: de bruikbaarheid voor het voorspellen van effecten van verstoring in ecosystemen, scriptie fac. biologie, VU Amsterdam, 1994. Dit is de scriptie die ik zelf schreef voor mijn studie biologie in de jaren '90. 
-  Het verhaal over de reuzeschildpadden komt uit een artikel van Strong (1992) in: Ecology 73:747-754.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *