Bos en Balkenende, Kramer en Kemkers, en de balans van geven en nemen

schaatsersDe ene week is er het debakel Bos Balkenende, de volgende week het drama Kramer Kemkers. En ondertussen las ik in Het Verbindende Veld (Jan Jacob Stam – over organisatieopstellingen in de praktijk) een stuk over geven en nemen: “Als na een transactie de balans tussen geven en nemen in evenwicht is, zijn beide partijen weer vrij.” Ziehier het verschil tussen dubbel B en dubbel K.

Kemkers en Kramer zijn vrij, alweer de volgende dag. Geen zwartepieten.  Hoe deden ze dat? Op het – in Sven’s eigen woorden – belangrijkste moment van zijn leven maakte zijn coach Kemkers een kapitale fout. Hij stuurde zijn pupil naar de verkeerde baan. Het kostte Kramer een gegarandeerde gouden plak. Menig Nederlander heeft die nacht slecht geslapen, kon meevoelen met de intensiteit van die misser. Maar de volgende dag stonden Kramer en Kemkers alweer lachend samen op de ijsbaan. Iedereen kon zien dat dat niet gespeeld was, maar echt.

Hoe heeft dubbel K deze volwassen reactie op een kapitale misser kunnen bereiken? In het boek van Stam kun je het antwoord lezen: “Oude schulden kunnen knagen. Ze kunnen je gevangen houden in het verleden. … Dit soort schuldgevoelens maken het handelen onmogelijk, ze verlammen je. Je voelt je hulpeloos, zoals een slachtoffer. … De oplossing is om de realiteit onder ogen te zien. … de werkelijkheid met alle consequenties van dien. … Je moet dan je schuld ten opzichte van de ander uithouden en dat is soms pijnlijk. Zeker als de ander een hoge prijs heeft moeten betalen. [!] … Schuldgevoel gaat dus over, als je de schuld onder ogen ziet.”

Wat Kemkers heeft gedaan strekt tot voorbeeld. Hij heeft onmiddellijk zijn fout erkend. Hij droeg zijn schuld. Hij gunde Kramer zijn boosheid en gaf hem daarvoor de ruimte. Hij zocht geen moment de fout buiten zichzelf, en maakte daar zelfs geen toespelingen op. Ook Kramer toonde zich een volwassen, vrij man. Hij gaf uiting aan zijn boosheid. Hij incasseerde zijn verlies, wat gepaard gaat met primaire emoties. Het verzachtte niets naar zijn coach, nam hem niet in bescherming, maar bleef ook niet rancuneus. Zo kon hij de werkelijkheid in verhouding blijven zien: “Ik heb zoveel met Gerard gewonnen. Ik ben niet iemand die nu zomaar zijn coach laat vallen”.

Een weekje eerder was er nog een heel ander Hollands drama op het wereldtoneel te bewonderen. Misschien moeten we beginnen met constateren dat Bos en Balkenende een ander vertrekpunt had dan Kramer en Kemkers. De vertrouwensband tussen dubbel B was niet vergelijkbaar met die tussen dubbel K. Waar K&K bogen over een perfecte samenwerking, kennen B&B een geschiedenis waarin nooit veel liefde bestond. Een transactie die zou hebben moeten plaatsvinden, een compromis over al of niet blijven in Uruzgan, kwam er niet. Beiden hadden de ander niets meer te geven. En geen van beiden was bereid verlies te nemen en te dragen in het belang van het land. Ik denk dat dat komt omdat ze hun eerdere verlies niet hebben genomen, maar waren blijven hangen in secundaire gevoelens van verwijt, beschuldigingen en slachtofferschap: “ik zal eens laten zien dat ik geen draaikont ben” of “ik zal hem betaald zetten dat ik op de beklaagdenbank van Davids terecht ben gekomen…”.

Ik hoop maar dat Balkenende en Bos werkelijk zulke sportliefhebbers zijn als ze willen doen voorkomen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *