Mijn dochter, Rosa M. van Hesteren, schreef dit essay in oktober 2019. Had zij een vooruitziende blik? Of is het simpel zo dat Corona aan het licht brengt wat al veel langer gaande is? Ik denk allebei 🙂
Als je Nederlanders de vraag stelt wie zichzelf gelukkig acht, steekt de overgrote meerderheid zijn hand op. Als je door foto’s op het internet scrolt, zie je veel lachende gezichten. En ook uit Nederlandse vragenlijsten, komen hoge scores naar voren voor geluk. Uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) komt bijvoorbeeld naar voren dat Nederland tot de gelukkigste landen van de wereld behoort (De Wereld Draait Door, 10 september 2019). Volgens deze cijfers zijn we in Nederland dus heel gelukkig. Paul Verhaeghe, hoogleraar Klinische psychologie en psychoanalyse in Gent, schrijft over dit onderwerp, ook voor Nederlanders. Hij betoogt iets anders dan wat er geconcludeerd kan worden uit de cijfers van het SCP. Ja, we leven in een tijd en een wereld waarin we alles kunnen doen en alles kunnen zijn, en toch, zegt hij, hebben we ons nog nooit zo slecht gevoeld. We lijden juist onder de verantwoordelijkheden die ons in deze tijd van talloze mogelijkheden wordt opgelegd.Â
In zijn boek Identiteit komt Verhaeghe met een kritiek op de neoliberale maatschappij waarin we leven (Verhaeghe, 2012). Het neoliberale gedachtengoed gaat ervanuit dat mensen rationeel en egoïstisch zijn, en enkel uit op optimaal geluk, net zoals bedrijven streven naar maximale winst (Wolthekker, 2018). De boodschap is: als je je voldoende inzet, zal je het maken. De verantwoordelijkheid om te slagen, ligt bij jezelf. Maar ook de schuld van het falen, is dan louter de jouwe. Geluk groeit zo uit tot iets plichtmatigs, tot iets wat te bereiken is. Vanuit dit oogpunt is het logisch dat mensen ‘ja’ antwoorden op de vraag of ze gelukkig zijn, is het logisch dat ze lachend op de foto staan en een vragenlijst over geluk positief invullen. Ze ‘moeten’ wel, want gelukkig zijn is een plicht, en nog te bereiken ook. Deze neoliberale omgeving, stelt Verhaeghe, heeft een enorme invloed op wie wij zijn en op hoe wij onszelf ervaren. En deze omgeving geeft de boodschap dat iedereen perfect kan zijn, als hij maar voldoende zijn best doet. Maar hier houdt niemand rekening met het feit dat wij de strijd ongelijk ingaan en de strijd ongelijk eindigen: word je rijk geboren, dan blijf je rijk.
Met dit in het achterhoofd is het eigenlijk niet zo gek dat zo vele mensen kampen met psychische problemen en dat het medicatiegebruik hoger ligt dan ooit, betoogt Verhaeghe. De druk is enorm, en je moet het hoofdzakelijk alleen doen. Het hebben van een psychische stoornis, zogezegd het krijgen van een label, wordt dan bijna fijn. Je hebt namelijk officieel een ziekte, kunt niets meer doen aan je ‘falen’ en bent verlost van de druk van het moeten. Als je het zo bekijkt, kun je je afvragen of psychische stoornissen wel ziekten zijn en niet uitingen van hoe we met elkaar omgaan. De diagnostische criteria die bepalen wanneer iemand aan een specifieke psychische stoornis voldoet, zijn gebaseerd op wat normaal is, de stoornis laat zien waarin iemand afwijkt van de norm. Succes is normaal, falen is voor gestoorden. De vraag is wel of het zo erg is opgelucht te zijn met bijvoorbeeld het label ‘depressie’. Want, zoals Trudy Dehue zegt: het toeschrijven van het falen aan de depressie kun je dan wel als een uitweg zien, maar in deze uitweg blijf je heel dicht bij jezelf. Je had je fouten ook buiten jezelf kunnen leggen en kunnen wijden aan ‘de werkgever’ die tekortschiet of ‘de lat’ die te hoog ligt. En daarnaast verwachten velen nog steeds van je dat je iets aan je problemen doet als je officieel een depressie hebt, dus blijft het falen nog steeds jouw verantwoordelijkheid.
Verhaeghe schrijft over drie typen jongeren die het gevolg zijn van de heersende neoliberale politiek. De eerste groep bestaat uit de jongeren die niet goed leren op hun eigen benen te staan en met weerstand om te gaan omdat hun ouders hen alle leed besparen. De tweede groep jongeren maakt het wel, maar zij is erg individualistisch en weinig solidair. Een laatste groep jongeren wil het maken, maar komt daarin niet ver. Zij bestaat uit de mislukkelingen, de jongeren met psychische problemen. Uit dit voorbeeld dat Verhaeghe schetst, werd mij één ding duidelijk: je zal niet gelukkig of succesvol worden als je niet leert omgaan met de moeilijkheden van het bestaan, als je niet de strijd aangaat met de weerstand, dat wat jou belemmert en tegenwerkt. In het boek Uitblinkers schrijft Malcolm Gladwell over mannen als Steve Jobs en Bill Gates, mannen die het volgens Gladwell niet gemaakt hebben omdat zij het ultieme brein of talent hebben, maar omdat zij 10.000 uur ergens aan gewerkt hebben. En als je ergens duizenden uren tijd in steekt, krijg je met weerstand te maken, en daar moet je doorheen. Natuurlijk zijn deze mannen uitzonderlijk succesvol en is 10.000 uur een enorm lange tijd. Toch illustreert dit beeld dat Gladwell schetst wel mooi dat veel waarin je tijd steekt, al is het je eigen leven en je eigen ontwikkeling, spanning met zich meebrengt en daar doorheen komen, daarmee om leren gaan, brengt je verder.
Eén punt in Verhaeghes boek dat vragen oproept, is de definitie van verantwoordelijkheid. Verhaeghe komt met kritiek op het neoliberalisme, op de maatschappelijke ontwikkelingen die bijdragen aan de druk die mensen ervaren, omdat de verantwoordelijkheid voor het succes en het falen bij hen komt te liggen. Hieruit lijkt naar voren te komen dat Verhaeghe deze druk en deze verantwoordelijkheid als iets negatiefs ziet. Tegen het einde van het boek roept hij de lezer echter juist op om verantwoordelijk te nemen: om het systeem te kunnen veranderen, moeten we bij onszelf beginnen. De vraag is of Verhaeghes betoog met deze aansporing niet aan kracht verliest. Hij lijkt namelijk tegen zijn eigen kritiek op de verantwoordelijkheid van mensen in te gaan door als aanbeveling juist de nadruk op verantwoordelijkheid te leggen. Ik denk echter dat Verhaeghe met zijn kritiek op de neoliberale verantwoordelijkheid doelt op een bepaalde verplichting die hierbij komt kijken. Je staat voor jezelf in, alles wat je doet, is naar jou terug te leiden, dus ook je succes en je falen. Als je zou falen, zou dat jouw eigen schuld zijn, wat zou betekenen dat er iets mis is met jou. Zo gaan we falen zien als iets negatiefs en het streven naar succes als een noodzaak. We moeten gelukkig zijn, we moeten ongeluk voorkomen en ons welzijn verbeteren (Duncan, 2014). Je hebt zogenaamd een keuzevrijheid tussen geluk en ongeluk, maar de enige goede keuze is het geluk. Als je ‘kiest’ voor ongeluk, val je buiten de norm. Hier lijkt dus eigenlijk sprake van verplichte vrijheid, iets wat Nikolas Rose beschrijft als de obligation to be free (Rose, 1991). In deze verplichting zit een paradox: als iemand jou vertelt dat je gelukkig moet zijn, kun je dan nog wel gelukkig zijn? Je lijkt keuzevrijheid te hebben, maar er is maar één goede beslissing.
Natuurlijk is het belangrijk om naar jezelf te kijken, om je eigen verantwoordelijkheid te nemen en voor jezelf te gaan staan, maar sinds wanneer zitten er richtlijnen aan hoe je die verantwoordelijkheden in moet vullen? Sinds wanneer moeten we gelukkig zijn en is falen voor losers? Niemand wil falen, maar falen is een voorwaarde om te leren. Als je weet wat je niet wilt, wat niet werkt, kun je bijsturen, en je dus weer verder ontwikkelen. Niet wagen is zeker niet winnen. Toch kiezen we voor veiligheid, voor het voorkomen van falen, om maar niet ongelukkig te zijn. En bij de boodschap ‘we mogen niet meer ongelukkig zijn’, hoort ook de boodschap ‘we mogen niet meer dood’. En in deze boodschap zijn we in het westen met zijn allen gaan geloven alsof het de waarheid is. Hierover schrijft Barbara Ehrenreich in haar boek Oud genoeg om dood te gaan (Ehrenreich, 2014). Experts roepen dat we gezond kunnen blijven als we maar zus en zo doen, en dat dat zelfs tot langer leven zou kunnen leiden. Deze adviezen grijpen mensen met beide handen toe. Maar uiteindelijk sterven we allemaal, en op hoe, waar en wanneer hebben weinigen van ons invloed.
Het leven is een cyclus, waarbij niet alleen het leven, maar ook de dood aanwezig is, waarbij naast geluk en blijdschap ook ongeluk en verdriet een plek hebben. Niet alles kan mooi zijn, verdriet en pijn kunnen ongelooflijk belabberde gevoelens zijn, maar ze zijn er desondanks. Misschien is het tijd dat we dit gaan erkennen. We hoeven niet tevreden te zijn als we verdriet ervaren, maar we kunnen ons wel bewust zijn van dit verdriet, erbij blijven, het niet wegdrukken. Maar wellicht is dit makkelijk gezegd door een universitair psychologiestudent met een behoorlijk rooskleurige toekomst. Voor mensen voor wie het leven op een bepaalde manier zwaarder en harder werken is, kan het positieve blijven zien mogelijk juist een manier zijn om rechtop te blijven staan. Ik wil hun zeker niet vertellen hoe ze zouden moeten leven. Iedereen moet juist de mogelijkheid hebben zelf uit te zoeken hoe hij of zij het beste functioneert. Op deze manier kunnen we iedereen in hun eigen waarde laten. Dit betekent ook dat we los moeten komen van de bestaande DSM-diagnoses, zodat we mensen meer als individuen kunnen zien die van elkaar verschillen. Als je angstig bent om alleen de straat op te gaan, hoeven we dat niet een stoornis te noemen waaraan je moet werken om weer ‘normaal’ te worden. Angstige mensen zijn niet alleen angstig, ze zijn ook bijvoorbeeld lieve ouders en betrouwbare partners, kunstenaars of succesvolle uitgevers, geliefd en soms bescheiden. Iemand is meer dan een stoornis, iemand is meer dan gelukkig of ongelukkig.
De Wereld Draait Door (2019, 10 september). Boek ‘Geluk is een herinnering’ – Maarten Spanjer. Geraadpleegd van https://www.bnnvara.nl/dewerelddraaitdoor/videos/518043
Duncan, G. (2014). Politics, paradoxes and pragmatics of happiness. Culture, Theory and Critique, 55, 1, 79-95
Gladwell, M. (2009). Uitblinkers. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Contact.
Rose, N. (1991). Experts of the Soul. Psychologie und Geschichte, 3, 91-99
Verhaeghe, P. (2012). Identiteit. Amsterdam, Nederland: De Bezige Bij.
Visscher, M. (2014, 24 maart). Barabara Ehrenreich: Laat die fixatie op uw gezondheid los, eens is het mooi geweest. Geraadpleegd van https://www.trouw.nl/nieuws/barbara-ehrenreich-laat-die-fixatie-op-uw-gezondheid-los-eens-is-het-mooi-geweest~be161224/
Wolthekker, D. (2018, 16 mei). Rethinking Economics vindt UvA-studie Economie veel te Eenzijdig, Folia